Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij vangt de [25]wijzen in hun arglistigheid; dat de raad der [26]verdraaiden [27]gestort wordt. 25. Dat is, die menen wijs te wezen, of die wijs zijn naar de wereld. Alzo Jes.44:25; Obad.:8; Matth.11:25. 26. Of, tegenworstelenden. Versta, degenen, die met verkeerde zinnen woelen en worstelen om hun schalksheden in het werk te stellen. Alzo verdraaid, voor verkeerd, Spreuk.8:8. 27. Hebreeuws, verhaast; dat is, over hoop geworpen en verstoord.